Teisho’s gegeven tijdens de Izen intensive 2020 door Maurice Genko Knegtel Roshi

Maar er is ook een ander kader waarvan uit we karma kunnen bekijken. Wat zo mooi is, als je tien of twintig keer dezelfde verhalen hoort, dan ontdek je er telkens weer iets nieuws in. Dat merkte ik op in mijn voorbereiding van deze intensive, bij een ander verhaal. De hoofdfiguur in dat verhaal, Baizhang, is namelijk de leerling van Mazu, de centrale figuur in het eerste verhaal. Het verhaal van Mazu en Feng gaat in een rechte lijn over in het verhaal van Baizhang. Baizhang kennen we in eerste instantie uit de anekdote waarin de leraar Mazu en de leerling Baizhang wandelen in de bergen. Er vliegt plotseling een vlucht wilde ganzen over. Mazu vraagt “‘ Wat zijn dat?’ Baizhang zegt: ‘Wilde ganzen’. En Mazu vraagt: ‘Waar vliegen ze heen?’ Baizhang zegt: ‘Ze zijn al weg.’ Mazu pakt Baizhang bij de neus en draait deze stevig om. ‘Au! Au!’ brult Baizhang. Mazu zegt: ‘Hoe kun je zeggen dat de ganzen zijn weggevlogen, terwijl ze al die tijd hier zijn geweest’. Waar? Hier!

In het verhaal waar het me nu om gaat, is Baizhang zelfstandig leraar en dit is een van de meest vreemde verhalen in de zen traditie. Baizhang overigens, is de eerste binnen de traditie die de regels voor een zen klooster opstelt. Het verhaal gaat als volgt:

Telkens als Meester Baizhang de Dharma onderwees, verscheen er een gestalte die met de monniken toehoorde. Als ze weggingen, ging hij ook weg. Op een dag bleef hij echter alleen achter. Toen vroeg de Meester hem: ‘Wat voor een mens ben jij die hier voor me staat?’ De gestalte antwoordde: ‘Waarlijk, ik ben geen mens. Lang geleden, in de tijd van Kashapa Boeddha, leefde ik op deze berg als zen priester. Eens vroeg een monnik me: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’ Ik antwoordde: ‘Een volmaakt ontwaakte is niet aan de wet gebonden.’ Vanwege dat antwoord viel ik voor vijfhonderd levens terug in de toestaand van een vos. Nu vraag ik u, Meester, geef me een keerwoord en verlos me uit dit lichaam van een vos.’ Daarop vroeg hij: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’
De Meester antwoordde: ‘Hij ontkent de wet van oorzaak en gevolg niet.’
Bij het horen van die woorden verkreeg de vos onmiddellijk een diepe realisatie. Hij boog en zei: ‘Nu ben ik van het lichaam van een vos bevrijd en zal achter de berg wonen. Slechts om één ding vraag ik de Meester nog: begraaf me volgens de ritus voor een overleden monnik.’ De Meester droeg de Ino op met de hamer op een houten aambeeld te slaan en aan de monniken te verkondigen dat na de maaltijd een crematieplechtigheid voor een gestorven monnik zou plaatsvinden. Verbaasd vroegen de monniken: ‘Iedereen is toch gezond? Er ligt niemand in de ziekenzaal. Wat heeft dit te betekenen?’

Na de maaltijd leidde de Meester de monniken achter de berg naar de voet van een rots en haalde met zijn stok het dode lichaam van een vos tevoorschijn. Daarna voltrok hij de ceremonie van de lijkverbranding. ’s Avonds nam de Meester plaats op de Patriarchenzetel in de Dharmahal en vertelde de monniken het hele verhaal. Dadelijk vroeg zijn leerling Huangbo: ‘De priester kreeg vanwege een verkeerd keerwoord de straf vijfhonderd maal in een vossenlijf te worden wedergeboren. Aangenomen dat hij met zijn antwoord geen fout had gemaakt, wat was er dan gebeurd?’
De Meester zei: ‘Kom dichterbij, dan zal ik het je zeggen’. Huangbo liep op de Meester toe en sloeg hem in het gezicht. De Meester klapte in zijn handen en zei met een luide lach: ‘Ik dacht dat alleen de baard van die ene barbaar rood was, maar hier is nog een barbaar met een rode baard.’ (Uit: Wu-men kuan, casus 2)

Prachtig verhaal! Is het een probleem om als vos terug te keren? Nou, vijfhonderd levens is wel heel veel. Hoe was hij in die situatie terecht gekomen? Hij had een antwoord gegeven op een vraag: ‘Blijft een volmaakt ontwaakte gebonden aan de wet van oorzaak en gevolg, of niet?’ Hij zei: ‘Deze is niet aan de wet gebonden.’

We hebben het over de ‘volmaakt ontwaakte’, dat is degene die deze woorden leest. Hij is altijd wakker. Wat betekent dat? Aanwezig zijn. Hier. Volledig aanwezig. Volledig in mijn lijf. Misschien ken je dat deze dagen wel, dat als je zit en je in je lichaam zakt, er een sensatie ontstaat dat jouw aanwezigheid nergens eindigt. En waar begint ze? Bij de voordeur? Bij het bordje van de gemeente Hall? Ze dijt uit. Je kunt nergens een begin van jouw aanwezigheid vinden. Alles is hier, intiem, zeer dichtbij. De vlucht ganzen. ‘Gak, gak!’, die zit hier. Je bent totaal aanwezig. Wat is het? Als je denkt ‘Wilde ganzen’, dan is dat altijd achteraf. ‘Gak, gak!’, dat verschijnt in je aanwezigheid, maar je hebt geen idee wat het is. Het komt nergens vandaan, het gaat nergens heen; het ontstaat niet, het vergaat niet. Alles is volkomen ongrijpbaar, je hebt geen idee. Wat is het? Het is precies wat het is.

Deze volmaakt aanwezige, is deze vrij van karma, of niet? Inderdaad, er is geen karma, er is geen oorzaak en gevolg te vinden. Dit is de top van berg, volstrekt onbepaald, volstrekt ondoorgrondelijk en lucide, absolute aanwezigheid, helemaal samengevallen met jezelf. Enkel licht.

Maar wat gebeurt er als je opstaat? Is er dan voor deze volmaakt ontwaakte echt geen oorzaak en gevolg? Sommigen blijven in satori hangen. Wat gebeurt er dan? Je voelt je God, je bent onbeperkt en eeuwig. Je kent geen karma, geen oorzaak en gevolg, je kunt lekker over de benen van de ander heen rijden. Sommigen blijven in die staat hangen. Wat gebeurt er dan, wanneer je oorzaak en gevolg, dus karma ontkent? Je slijt vijfhonderd levens als vos! Totdat je terugkomt in de gedaante van vos noch mens en vraagt: ‘Kun je mij een verlossend keerwoord geven?’ Baizhang zegt: ‘Hij ontkent de wet van oorzaak en gevolg niet.’ In een andere vertaling staat: ‘Hij wordt niet gehinderd door de wet van oorzaak en gevolg.’ En dan valt het kwartje…

Welk kwartje valt hier? Wat is die open, onbeperkte aanwezigheid? Dat ben jij! Die eindeloze ruimte slaat om naar dit vehikel, dit eindige lijf, deze beperkte vleesjas. Met alles erop en eraan. Mijn leven is door en door bepaald door karma, deze onbepaalde aanwezigheid IS karma. DAT kwartje valt dan!

De vraag die Huangbo stelt, is ook interessant. Hij vraagt: ‘De priester kreeg vanwege een verkeerd keerwoord de straf vijfhonderd maal in een vossenlijf te worden wedergeboren. Aangenomen dat hij met zijn antwoord geen fout had gemaakt, wat was er dan gebeurd?’

Stel dat de vraag juist was beantwoord, wat was er dan gebeurd? Maar er is geen juist antwoord! Beide antwoorden zijn waar. Als ik in mijn lijf zak, voorafgaand aan de woorden en de reflectie blijf, dan is er slechts onbepaalde aanwezigheid. En als ik opsta van het kussen, dan begeef ik me onmiddellijk in het diepe spoor van mijn patronen. Het is tegelijkertijd. Jouw leven is ongeboren, doodloos. En ja, jouw leven is ergens begonnen en het eindigt ergens. Jouw ruimte is onbeperkt en ja, je bent beperkt tot de maten van jouw lichaam. Het punt in zen is: je kunt het nooit goed zeggen. Dat heb ik zo vaak meegemaakt! Heel veel van wat ik in mijn training bij Roshi naar voren bracht, werd door hem weggewuifd: ‘Meer zazen!’

Tot slot, de openingsregel van de Dhammapada: ‘De dingen worden voorafgegaan door de geest, hebben de geest als voorman, worden door de geest gemaakt.’

De Dhammapada is het meest gelezen geschrift in Azië, de essentie van de Leer voor leken. ‘Geest’ staat hier voor totale aanwezigheid. Het moment dat je ergens een ruimte binnengaat, creëer je ter plekke de situatie. We spraken eerder over situaties, ze liggen niet vast, ze zijn niet gegeven, ze worden elk moment ter plekke gecreëerd. Je komt een ruimte binnen en je hoeft niet eens iets te zeggen, en je creëert ter plekke de situatie, met al je patronen. Door je fysieke houding, je energetische werking, je manier van doen, je creëert ter plekke de situatie, heel wonderlijk. Wat zo interessant is, wellicht ken je dat, dat doorheen de tijd situaties zich herhalen, bepaalde werksituaties bijvoorbeeld. Je ziet steeds hetzelfde ontstaan en denkt: ‘Dat moet mij weer overkomen’. We weten inmiddels dat jij iets binnenbrengt, je creëert mede de situatie. Dat ervaar je bewust, als je je realiseert hoe het werkt, en dat brengt je op weg te gaan naar een Amor fati. Ga eens bij jezelf na die momenten waarop je zegt: ‘Daar loop ik altijd tegen aan’. Ga eens terug in je herinnering en onderzoek wat je daar binnen brengt, welk patroon, welke conditie? Wat neem je mee de situatie in? Wat breng je zelf in? Wat doe jij, opdat een situatie ‘is zoals ze is’?

Vanaf 8 maart 2021 starten we onder leiding van Maurice Genko Knegtel Roshi een nieuwe Zen Cirkel, die je deels fysiek in het Graalhuis in Utrecht en deels digitaal via Zoom kunt bijwonen. Klik hier voor meer informatie en opgave.

Reactie toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *