Teisho’s uitgesproken door Maurice Genko Knegtel Roshi tijdens de Izen intensive 2019 in Eerbeek. Deel 3.

Om te beginnen, een koan voor de ervaringsdeskundigen ter plaatse.
Wat ervoer de grote verlichte, Indiase wijze Bodhidharma, die zen van India naar China bracht, nadat hij negen jaar lang voor een muur in een Shaolin klooster had gezeten? Wat was zijn realisatie?
Dat ie moe was. Ja, wat nog meer?
Pijn in zijn knieën. Ja, pijn! Pijn in zijn knieën.
Een vervolg koan, waarom heeft Bodhidharma geen baard?
Hij was een vrouw. Sterker nog, hij was niet een vrouw, hij IS een vrouw, zie je dat?

Alles van de boeddhistische traditie, ook zen met al het onderricht, de sutras, dharmatalks, koan, is een hulpmiddel ter herinnering en expressie. Het lastige met boeddhistische teksten is, dat ze als zodanig geen waarheid uitdrukken. Boeddha zelf zei over wat waar is: ‘waar is wat werkt.’ Waarheid is pragmatisch. Als het pedagogisch iets teweeg brengt, dan is het een waar woord. Dat is het hele waarheidscriterium in het boeddhisme. Woorden zijn wijzende vingers naar de maan. Ze wekken iets, op zijn best brengen ze iets bij ons in herinnering. Beroemd is de vergelijking van de Boeddha waarin hij zei: de Dharma is als een vlot dat je van de ene naar de andere kant van de rivier brengt. Als je aan de andere kant van de rivier bent aangekomen, heeft het vlot zijn doel gediend. Dan laat je het vlot achter. Je hoeft het vlot niet mee te sjouwen, het is een middel ter herinnering.

Er is een oude boeddhistische anekdote. Twee monniken staan ieder aan een kant van de rivier. Roept de ene naar de andere: Hoe kom ik aan de overkant? Zegt de andere: Je bent er al!

Sesshin, retraite. Alles is erop gericht iets bij je in herinnering te brengen. Alles is faciliterend, alles is ondersteunend. Een hulpmiddel. Van het kleinste detail tot de grootste ceremonie. Dat begint al met de wijze waarop je hier de ruimte, de zendo binnenkomt. Daar hebben we regels voor die als hulpmiddel dienen. Je komt niet zomaar binnen. Je brengt je iets in herinnering: wacht even, wat doen we hier? Wat ga ik hier doen? Je stapt eerst met je linkervoet over de drempel. Dit is een plek van herinnering. Dan de manier waarop je je voortbeweegt in deze ruimte. Kom je met je armen los en slingerend en dwars door de zendo lopend binnen? Of zijn je handen in sasshu voor de borst gevouwen en loop je vlot en in rechte lijnen langs de matten naar je kussen of bankje? Het gaat om aanwezig zijn. Het gaat om de uitdrukking. Kijk voor jezelf eens hoe de vorm waarin je werkelijk aanwezig binnenkomt, werkt. Er loopt hier ook een denkbeeldige lijn dwars door de zendo , tussen het Boeddhabeeld en het kussen aan de overkant, waar ik zit. Als je die lijn wilt passeren, stop je heel even, je maakt een kleine buiging en gaat dan verder. Alles om je te herinneren waar je bent, in deze ruimte, het is een middel. En als je bij het kussen komt, dan plof je niet zomaar neer. De zendo is een heilige plek en daarmee is ook de plek waar je zit sacraal. Hoe ga je om met zo’n plek? Je maakt in gassho een buiging naar je plek. De handen breng je samen in een symbool van eenheid, van grote waardering. De plek waar je bent is de heilige plek van ontwaken. Je keert je vervolgens om naar de zendo en dan zie je al die andere Boeddha’s die tezamen jouw beoefening ondersteunen, die daartoe de moeite hebben genomen. Waardering voor je medestudenten. Je brengt je handen in gassho en buigt. Dan neem je plaats. Elk detail in die ene minuut, het betreden van in de zendo, de wijze waarop je loopt, het fysieke samen brengen van de handen, het buigen, elk detail is een hulpmiddel ter herinnering: wat kom je hier doen? Waarom ben je hier? Wat is dit voor een plek? Het is niet zomaar de ruimte van het ABK huis te Eerbeek, het is een sacrale plaats.

De houding die wordt aangenomen is die welke de yoga vanaf 3000 voor christus door alle eeuwen heen heeft ontwikkeld. In al zijn finesses bedoeld om jouw aanwezigheid ten volle tot uitdrukking te brengen. Op de grond, op een mat met een kussen of bankje zitten, de benen in lotus, de halve lotus of in seiza, de handen in de dhyana-mudra, de ‘meditatie-mudra’. Het is allemaal afgestemd, heel precies. Als je er iets aan verandert, voelt het ook totaal anders. Alles is ondersteunend aan het aanwezig zijn, om de energie vrij te laten stromen en jouw lichaam en geest alert te houden; de borst geopend, de schouders ontspannen, handen in de dhyana mudra, zittend met kracht vanuit je onderbuik, je ogen geloken, wat lastig is. Je ogen sluiten is gemakkelijker, maar het gaat hier om aanwezig zijn, dus alle zintuigen staan open. Je hele houding is in al haar facetten ontwikkeld en eindeloos beproefd in een tijdspanne van zo’n 5000 jaar, ter herinneren aan jezelf en aan deze aanwezigheid die zich in jouw lichaam tot uitdrukking brengt.

De beoefening samen doen, is een belangrijk punt. Je kunt een duidelijk verschil ervaren tussen het alleen zitten of het zitten in een groep. Wat is het verschil? Het is lastiger, om alleen voor jezelf te zitten. Je bent sneller afgeleid, misschien sta je tussentijds op omdat iets je te binnen schiet wat je nog wilt of moet doen. Hier doe je dat niet zo snel. De energie van de anderen, draagt jouw meditatie. Het is zo, dat als de hele groep echt in staat is om fysiek vanuit de buik te zitten, dat elke individu daardoor gedragen wordt. Als er iemand wiebelig zit, dan voel je dat ook. Hier werkt de harmonie. Jouw individuele meditatie valt niet los te maken van elk andere individuele meditatie. Het is een geheel dat hier zit, en dat ben jij . En elk onderdeel is van belang. We ervaren de staat van de ander. We dragen elkaars meditatie. Dat is een prachtig gegeven van samen hier zijn. Vandaar heel terecht de buiging naar elkaar. Voordat we beginnen, danken we de ander al dat ie de moeite heeft genomen om hier naar toe te komen. Daarom staan we ook zo vroeg op, anders kunnen we de moeite niet nemen.

Evenzo kinhin, de loopmeditatie. Als je op een flodderige wijze zou opstaan en zonder erbij te zijn door de ruimte sjokt, stroomt de energie weg. Hoe kun je die energie die je in het zitten opbouwt, onderhouden bij het opstaan en het overgaan in kinhin. Door aanwezig te zijn, de handen voor de borst gevouwen in sasshu, krachtig staand vanuit je ki en je loopmeditatie heel aandachtig beginnen, stap voor stap en aanwezigheid tot expressie brengen. Als je er niet bij bent, stagneert je vloeiende beweging.

Het is bijzonder om te merken hoe het met iedereen gaat. Dokusan, het formele onderhoud tussen leraar en leerling, is in feite overbodig, ik voel hoe het met elke individu gesteld is. Iedereen weet hoe het met de jikido gaat, degen die de bellen slaat en de tijd bijhoudt. Het is een positie die veel oefening vergt. Want iedereen kan de geestesgesteldheid van de jikido aflezen aan hoe de bel wordt aangeslagen. Als de bel als het ware vanzelf klinkt, dan weet je, de jikido is aanwezig. Zijn de slagen wisselend van kracht en toon, of als de bel helemaal niet klinkt, dan weet je dat de jikido een zware zit heeft. Dat heeft weer effect op de groep. Je zit ’s ochtends op je kussen en de jikido slaat hard en zonder aandacht – BOING! Of juist te zacht. Dat is geen goed begin van de dag. Dat voel je de hele dag door. Hetzelfde geldt voor de kleppers, de oproep om naar de zendo te komen voor zazen. Idealiter produceert het geluid van de kleppers zichzelf. Er zijn geen twee handen die de kleppers bijeen brengen, het geluid produceert zichzelf.

Wordt vervolgd. Aanstaande maandag 23 september start in het Graalhuis te Utrecht een nieuwe en bijzondere zen cirkel, over datgene wat in zen buiten de woorden en geschriften om wordt overgedragen. Dit is je laatste kans om erbij te zijn, kijk hier voor meer informatie en schrijf je nu in.

Reactie toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *