Hoe kunnen we ons de wereld voorstellen van het ongeborene en het doodloze, waar noch aarde, noch water, noch vuur, noch wind is? Hoe ziet die wereld eruit waarin niet de rivier stroomt, maar de brug en waarin de groene bergen altijd wandelen? Kunnen we ons een voorstelling maken van datgene dat bij uitstek onvoorstelbaar en ondenkbaar is, het heilige, het grote mysterie van leven en dood? Lees dit fragment van het summum van de Indiase verbeeldingskracht, het Avatamsaka of ‘Bloemenkrans’ soetra, dat is ontstaan rond het jaar 0 van onze jaartelling. Dit fragment uit het laatste hoofdstuk, in mijn eigen vertaling, betreft de toren van Maitreya, de toekomstige Boeddha:

‘En binnen deze toren, ruimtelijk en met schitterende versieringen, bevinden zich ontelbare torens, waarvan elke toren net zo schitterend is versierd als de toren waarin Sudhana is binnengetreden en net zo ruimtelijk is als de hemel. En deze ontelbare torens hinderen elkaar geenszins; elk van de torens behoudt zijn eigenstandigheid in volmaakte harmonie met de rest; er is niets dat de eigenheid van een toren beperkt in relatie tot elke andere toren en het geheel aan torens; er is hier een toestand van een volmaakte wederzijdse doordringing in een natuurlijke ordening. De jonge pelgrim Sudhana ziet zichzelf in alle torens en in elke toren afzonderlijk, waarin alle torens zijn bevat en elke afzonderlijke toren alle torens bevat.’

Het Avatamsaka soetra is met recht het onbetwiste hoogtepunt van de boeddhistische voorstelling van het sacrale. En het beantwoordt vragen die elke student van het mystieke pad zichzelf stelt. Als er alleen maar eenheid is, Een Aanwezigheid, bestaat er dan ook ander leven en bestaan er anderen? Bestaan zij eigenstandig of bestaan zij alleen in mijn aanwezigheid? Hoe verhouden het Ene en het vele zich tot elkaar? En als er slechts Een Aanwezigheid is, hoe zit het dan met mijn hoogst persoonlijke kwaliteiten, tekortkomingen en condities? Hoe verhoudt het persoonlijke zich tot het onpersoonlijke? Het sacrale is multi-perspectivistisch en geen enkele vraag kan eenduidig worden beantwoord. En toch is er alleen maar dit: een kikker springt van de kant, geluid van water. Alleen ik, zittend op de top van een berg. Wonderlijk, wonderlijk, wonderlijk!

Reactie toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *