In misschien wel het mooiste boek dat de Chinese cultuur heeft voortgebracht, het taoïstische werk Zhuangzi, genoemd naar de legendarische taoïstische wijze Zhuangzi, staat een indrukwekkende metafoor die ik graag voor zichzelf laat spreken.

‘Een kok was een rund aan het ontleden voor vorst Wen Hui. De manier waarop zijn hand het rund aanraakte, zijn schouders voorover helden, zijn voeten verschoven, zijn knie druk uitoefende, het rits, rits, en het snerpen van het snijdende mes: alles was even harmonieus, in de pas met de dans van het Moerbeibosje en in de maat van Jing Shou (dit zijn beide muziekstukken, Maurice).

Aah, voortreffelijk, zei vorst Wen Hui, ‘hoe bracht je het tot een dergelijke bedrevenheid?’

De kok legde zijn mes neer en antwoordde het volgende. Wat uw dienaar bemint is Dao. Deze reikt verder dan bedrevenheid. Toen ik begon met het ontleden van runderen, zag ik ze louter als een geheel. Na drie jaar zag ik ze niet langer als een geheel. En nu sta ik er in intiem contact mee en zie ze niet meer met mijn ogen. Het zintuigelijke weten is stilgevallen en mijn geest beweegt zich naar believen. Ik volg de natuurlijke lijnen, snij door de grote spleten en leid het mes door de grote holtes, me baserend op wat er is. Aderen en pezen worden nooit geraakt, laat staan de grote beenderen. Een goede kok verandert ieder jaar van mes omdat hij snijdt. Een gemiddelde kok verandert maandelijks van mes omdat hij hakt. Het mes van uw dienaar is nu negentien jaar in gebruik en er zijn al duizenden runderen mee ontleed. Toch lijkt het alsof het lemmet van het mes juist van de slijpsteen komt. De gewrichten laten ruimte open en het lemmet van het mes heeft geen dikte. Als je met wat geen dikte heeft binnendringt in wat ruimte openlaat, hoeveel speling blijft er dan niet voor het lemmet over om er vrijelijk doorheen te gaan! Niettemin, telkens wanneer ik bij een gewricht uitkom waarvan ik zie dat het moeilijk is te behandelen, ga ik zeer behoedzaam te werk. Ik houd mijn blik erop gevestigd, vertraag mijn handelingen en door een uiterst subtiele beweging van het mes valt het brokkelend uiteen, zoals een klont aarde die op de grond valt. Dan richt ik me op, mijn mes in mijn hand, ik kijk in het rond en voel me rijkelijk voldaan.’

Moge 2015 een jaar van ambachtelijk oefenen zijn in het ons moeiteloos bewegen in onze alledaagse situaties. Niet zonder gedoe, maar zonder een verkramping rond het gedoe.

Reactie toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *