Heeft het grote mysterie van leven en dood nog een stem in onze moderne samenleving en in hoeverre resoneren de woorden die het Oosterse Zen daaraan geeft met onze Westerse oren? Een vraag zo oud als de mensheid leidt ons tot aan de poort van het heilige. In de woorden van de Indiase Kena Upanisad (6e eeuw voor Christus): ‘Wat doet mijn geest denken? Wat vult mijn lichaam met levenslust? Wat beweegt mijn tong tot spreken? Wat ziet door mijn ogen en hoort door mijn oren?’ De Chinese Zen Meester uit de negende eeuw na Christus Ta-Aan geeft antwoord.

Het lichaam van een ieder herbergt een juweel van onschatbare waarde. Het straalt uit je ogen en gaat dwars door bergen, rivieren en de aarde heen. Het straalt uit je oren en neemt alle geluiden, goed en slecht, in zich op. Het straalt dag en nacht uit je zes zintuigen. Dit wordt ook wel ‘opgaan in het licht’ genoemd. Zelf herken je het niet, maar het bevindt zich in je lichaam en schraagt het in- en uitwendig en zorgt ervoor dat het niet overhelt naar de ene of de andere kant. Zelfs al draag je een dubbele lading keien over een brug die bestaat uit een enkele boomstam, dan zorgt het er nog voor dat je je evenwicht niet verliest. Wat is dit? Wanneer je er in het minste of geringste naar zoekt, blijft het verborgen.’

‘Dit overvloedige licht’ herkent zichzelf niet, zoals het oog dat ziet zichzelf niet kan zien, het oor dat hoort zichzelf niet kan horen en ‘dat wat de geest doet denken, niet door de geest zelf kan worden gedacht’ (Kena Upanisad). ‘Als Boeddha’s werkelijk Boeddha’s zijn merken ze niet noodzakelijkerwijs op dat ze Boeddha’s zijn’, schrijft de Japanse Zen Meester Dogen in de Genjo Koan. Dit tasten in het duister maakt het mysterie kwetsbaar. Je hebt niets vast. Je kunt niets laten zien. Je begrijpt het niet. Je kunt het niet communiceren. Je kunt alleen maar zeggen: he, dit is die Ene, die hier in het duister tast! Hij straalt uit mijn ogen, Hij straalt uit mijn oren en Hij neemt alle vormen en geluiden in Zich op. Als ik naar Hem zoekt, dan vind ik Hem niet. Maar luister naar Zijn bovenzinnelijke stem en kijk naar Zijn schitterende vormen en ik ontmoet Hem heel intiem. Is het niet wonderlijk, het haast doorzichtige groen van de bladeren in de vroege lente? Gaat niet voorbij aan wat ik kan denken, willen en kennen, dit zachte kraken van de plankenvloer? Heilig is alles zonder uitzondering, zolang je die Ene die in het duister tast maar in het duister laat tasten.

Dit spirituele behoedt jou. Het draagt jou. Jij kunt loslaten.

 

Reactie toevoegen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *